Opdrachtgever: CGI
Contenttype: Artikel, longread
Doelgroep: Energieprofessionals
Onderwerp: Energietransitie
Link: Downloadable pdf
“We moesten eerst opzoeken wat duurzaamheid betekent”
Drentse dorp Ansen loopt voorop in de energietransitie
Op 6 juni neemt het Drentse dorp Ansen de eerste tien slimme energiemeters in gebruik. De meters zijn een belangrijke stap op weg naar de decentrale, onafhankelijke energievoorziening die het dorp nastreeft. Het initiatief komt van de Coöperatie enerieKansen, die en passant binnen anderhalf jaar ook alle tweehonderd huishoudens van klimaatneutrale energie wil voorzien.
Het streven naar energieneutraliteit is niet uniek. Wat Ansen, een dorp met driehonderd inwoners tussen Dwingeloo en Meppel, bijzonder maakt is dat inwoners en coöperatie concrete stappen zetten om de energievoorziening in eigen hand te nemen. Een toekomst waarin de consument niet alleen afnemer is van energie, maar ook leverancier.
Dorpsvisie op duurzaamheid
‘Begin 2012 riep de gemeente op om een dorpsvisie te ontwikkelen op gebied van duurzaamheid,’ vertelt Albert Smand, voorzitter van de coöperatie energieKansen. ‘Dat was een woord dat we eerst moesten opzoeken, maar toen we eenmaal wisten wat het betekende hebben we wat ideeën voorgelegd aan onze dorpsgenoten en zijn we met een soort van visie gekomen. Daarop kregen we wat geld om een aantal dingen te realiseren en zo ontstond de werkgroep Duurzaam Ansen.’
Dat burgerinitiatief leidt tot een gemeentelijke beleidsnota die in 2013 de ambitieuze klimaatdoelstelling van de gemeente formuleert: Ansen moet energieneutraal zijn in 2020. Het is de start van een reis die leidt langs overheidsinstanties, milieuorganisaties en energieleveranciers. In 2015 ontstaat vanuit de werkgroep de coöperatie energieKansen. ‘De coöperatie bleek de meest geëigende vorm,’ legt Smand uit, ‘met enerzijds de kenmerken van een bedrijf, en anderzijds een democratische organisatievorm. Om mensen mee te krijgen in zo’n project is immers draagvlak nodig.’
Subsidie
In 2015 wordt het eerste grote resultaat geboekt. ‘We informeerden bij de Drentse Energieorganisatie,’ vertelt Smand. ‘Daar kregen we te horen: als jullie een dak kunnen vinden en je mag daar zonnepanelen op leggen, dan kunnen jullie voor de energie die je opwekt een subsidie krijgen. Maar we hadden geen dak, dus toen zijn we eens wat gaan rondrijden en toen zagen we een boerderij van de stichting Het Drents Landschap, waar een moderne, nieuwe koeienstal was gebouwd. Met een prachtig dak op het zuiden. Die stichting had gelukkig wel van het woord duurzaamheid gehoord, dus toen hadden we een dak, én financiering.’
In november dat jaar wordt de installatie van zeshonderdzesentwintig zonnepanelen in gebruik genomen. Met 160.000 kilowattuur (kWh) levert het zonnepark genoeg energie voor negenendertig huishoudens. ‘Dat gaf een flinke boost aan het project,’ zegt Ruurd van der Veen, de PR-man van de coöperatie. ‘De panelen lagen erop en tot ieders verbazing deden ze het nog ook,’ vult Smand aan. ‘Inmiddels hebben we ook al een tweede zonnepark, dat wordt in de eerste week van juni in gebruik genomen. Het levert stroom voor nog eens zesentwintig huishoudens. Daarmee hebben we dan een kwart van onze 1.000.000 kWh verduurzaamd.’
Decentralisatie: lokaal opwekken en bufferen
‘De opgewekte energie wordt niet lokaal gebruikt, maar dat is ook geen voorwaarde,’ zegt Van der Veen. ‘Voor energieneutraliteit is niet meer nodig dan verbruikte energie in een gelijke hoeveelheid duurzaam opwekken en dat dan terugleveren aan het landelijke netwerk. Een energie-eiland gaat veel verder dan dat. Daarbij gaat het om decentralisatie: opgewekte stroom lokaal bufferen, verhandelen en distribueren naar de huishoudens. Terugleveren en afnemen van het net is dan nog steeds mogelijk, maar minder gewenst, omdat het minder efficiënt is.’
Die decentralisatie brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Om te beginnen is duurzaam opgewekte energie minder voorspelbaar dan elektriciteit van bijvoorbeeld een kolencentrale, die naar behoefte meer of minder stroom kan leveren. Op zonnige dagen gedurende vakantietijd, wanneer het stroomverbruik laag is, kan een zonnepark voor een piekbelasting zorgen in het lokale netwerk. Andersom kan op een donkere winterdag, als om zes uur ’s avonds veel mensen hun elektrische auto opladen, de weerstand in het netwerk zodanig afnemen dat het overbelast kan raken, of te maken krijgen met ondercapaciteit.
Middenspanningsnetwerk
‘We willen uiteindelijk het marktmodel omdraaien,’ zegt Jonathan Hobelman van CGI. ‘We willen het uiteindelijk zo inrichten dat de opgewekte energie van panelen bij de mensen thuis direct lokaal kan worden afgenomen. Zo hoeven we niet eerst te leveren aan energiemaatschappij om vervolgens de energie via een administratieve handeling weer terug te krijgen. Daarvoor moeten we meer inzicht krijgen in hoe een middenspanningsnetwerk opereert en dat is onder meer wat we nu gaan onderzoeken met de data van de slimme meters.’
Hobelman raakte drie jaar geleden betrokken bij het project door enkele collega’s die wonen in Ansen. ‘De combinatie van een IT-multinational en een coöperatie in een klein dorp ligt misschien niet direct voor de hand,’ licht hij toe, ‘maar onze samenwerking is echt gelijkwaardig gebleken. Wij als CGI hebben hier immers ook de wijsheid niet in pacht. Het is een project waar we allemaal van moeten leren, met heel veel trial and error.’
Voordeel voor deelnemers
‘Verbruiksdata zijn essentieel om het lokale net zodanig in te richten dat pieken en dalen worden opgevangen,’ gaat Hobelman verder. ‘Daar is een efficiënt en geautomatiseerd proces voor nodig, zowel administratief als voor het transport. Omdat alles lokaal moet worden afgehandeld zijn er onder meer prijsafspraken nodig. Aan die kostenkant zit voor de deelnemers het grote voordeel. Netkosten kunnen bijvoorbeeld fors omlaag omdat het regionale net niet langer wordt gebruikt. Hoe het exacte model eruit komt te zien weten we nog niet, want zoiets als dit is nog nooit eerder gedaan. Daarom willen we netbeheerders ook graag uitnodigen om met ons mee te doen, want wij denken dat er een groter, maatschappelijk belang gediend is bij dit project.’
De slimme meters bij bewoners thuis en de beide zonneparken zijn de basis. Hobelman: ‘We bouwen dashboards en applicaties op ons energie-eilandenplatform die inzicht geven in het gebruik per huishouden van gas, elektra en zonne-energie, maar ook van alle aangesloten huishoudens samen. Het is eigenlijk een innovatieplatform, gebaseerd op open standaarden en bedoeld om de schaalbaarheid en security van alle datapunten te garanderen. Daarmee integreren we alle databronnen in een silomodel. Zo kan elk nieuw stukje dat wordt ontwikkeld, bijvoorbeeld voor windmolens, accu’s, meters of zonnepanelen, worden ingepast in het datamodel. Daarmee bepalen we vervolgens wat de volgende stappen zijn. Pas als je weet waar de tekorten zitten en wat de overschotten zijn, kun je modellen gaan bouwen die je met een iteratief proces steeds verder verbetert.’
Regelgeving verruimen
Een energie-eiland kan alleen functioneren als de opgewekte energie snel en efficiënt kan worden verdeeld onder de afnemers. Daarvoor is onder meer een geautomatiseerd systeem nodig dat de bijbehorende transacties zonder vertraging kan afhandelen. Daarvoor wordt nu al met een schuin oog gekeken naar blockchain, maar er is ook regelgeving om rekening mee te houden: de wet is nu namelijk nog zo dat alleen de bestaande energiemaatschappijen energie mogen verhandelen. Daar komt een volgend aspect om de hoek kijken, het eindeloze lobbyen om kaders te verruimen en wetgeving aan te passen.
De coöperatie twijfelt er niet aan de klimaatdoelstelling van 2020 halen. Van der Veen: ‘We hebben ongeveer zeventig huishoudens die meedoen op dit moment. Mensen denken vaak dat iedereen moet meedoen om ons doel te halen, maar dat is een misvatting, hoewel we natuurlijk graag zien dat nog meer inwoners zich aanmelden. We ontwikkelen daarom steeds weer nieuwe, interessante projecten.’
Biovergisting
Smand: ‘Er staan nog twee projecten voor uitbreiding van het zonnepark op stapel, samen goed voor achthonderdduizend kilowattuur. Daarmee dekken we voor 2020 onze elektrabehoefte volledig af. Ons gasverbruik is nog even iets onzekerder. Als iedereen een warmtepomp zou installeren, reduceren we het aardgasgebruik naar verwachting met de helft, maar mensen willen pas overwegen een warmtepomp aan te schaffen bij een verbouwing, of als de oude ketel op is.’
‘Daarom zal veel afhangen van een proef die we nu uitvoeren met hogedrukbiovergisting om methaangas te halen uit ons rioolafval. Dat is op zich ook niet voldoende en daarom experimenteren we met elektrolyse van de vrijkomende CO2 bij de vergisting. Dat is nog nooit eerder geprobeerd, maar we verwachten dat het een verdriedubbeling van het rendement kan opleveren. Als deze proef slaagt, en daar hebben we goede hoop op, halen we ook voor het verduurzamen van ons gasverbruik de streefdatum.’
Krachten bundelen
Uitdagingen zijn er nog genoeg voor Ansen. De coöperatie experimenteert intussen ook met een megabatterij om te kijken wat de buffermogelijkheden zijn. ‘En we kijken goed om ons heen naar wat andere partijen doen,’ aldus Smand. ‘Iedereen die iets kan bijdragen ontvangen we met open armen, want het wiel opnieuw uitvinden is pure onzin. We moeten echt de krachten bundelen en samen zorgen dat die energietransitie er komt. Dat is waar wij oprecht in geloven.’